Bij OBB spelmaker + ruimtedenkers hebben we er genoeg van dat de onduidelijkheid voortduurt over de trampolines, plastic glijbaantjes en dergelijke. Omdat die niet meer in de openbare ruimte zouden mogen staan. OBB wil graag dat kinderen gewoon kunnen genieten van spelen in de openbare ruimte. De gratis stickers bieden duidelijkheid.
Speeltoestellen die onder het WAS vallen en op een openbare speelgelegenheid zijn geplaatst moeten gecertificeerd zijn. Deze speeltoestellen als glijbaantjes en trampolines mogen dus (formeel) niet zonder certificaat buiten worden geplaatst. Daar is de wet heel duidelijk in. Dat was het vroeger en dat is het nu. Ook vroeger werd dit niet toegestaan, alleen was de controle erop minimaal. Dat hield in dat als een bewoner een glijbaantje of trampoline buiten plaatste en weer mee naar binnen nam nadat zijn kinderen klaar waren met spelen geen last had van autoriteiten ondanks het feit dat hij in overtreding was. Ook de toezichthouder weet waar de grens te trekken en zal niet optreden als dit voorkomt.
Het aanbrengen van een sticker heeft op zich geen enkele juridische waarde, maar (de rode sticker) kan wel verduidelijken dat een toestel er eigenlijk niet mag staan en dat de gemeente op dat specifieke toestel geen toezicht houdt. Op die stickers kunnen eigenaren van het speelgoed dan hun contactgegevens schrijven zodat iedereen in de buurt weet van wie het is en bij wie ze terechtkunnen als er iets aan de hand is. De blauwe sticker mag alleen geplakt worden op toestellen die voorzien zijn van een certificaat.
Helaas is er allerlei onduidelijkheid op dit gebied ontstaan, wat zelfs geleid heeft tot Kamervragen en een afgeblazen pilot. OBB ontwierp daarom voor gemeenten stickers voor op het speelgoed zoals losse glijbaantjes en trampolines van bewoners dat ze in de openbare ruimte tegenkomen. Daarmee kan de gemeente laten zien dat kinderen gewoon in de openbare ruimte met speelgoed mogen spelen. Er was namelijk een misverstand ontstaan doordat de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) enkele gemeenten gemaand heeft om speelgoed weg te halen. c.q. aan de wettelijke eisen van speeltoestellen (Warenwetbesluit Attractie- en Speeltoestellen = WAS) te laten voldoen.
Op de stickers van OBB is aangegeven dat eigenaren het speelgoed na het spelen gewoon weer binnen moeten halen of op eigen terrein moeten zetten. Doordat op deze manier de ouders als het ware naast het speelgoed staan, vallen deze niet onder de gemeentelijke zorg. Samen met deze stickers krijgt de gemeente een toelichting om te plaatsen op de gemeentelijke website.
Hoe is dat misverstand ontstaan? De Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) heeft enkele gemeenten gemaand om speelgoed weg te halen c.q. aan de wettelijke eisen van speeltoestellen te laten voldoen. In deze gemeenten was (is) het echter beleid bewoners aan te moedigen met het speelgoed – al dan niet in plaats van speeltoestellen – min of meer permanent een soort speelplek in te richten. Daarbij komt het ook voor dat gemeenten de speelgoedjes zelfs zijn gaan registreren. En juist met deze acties wordt speelgoed nu eenmaal gezien als een speeltoestel met alle WAS-eisen die daaraan gesteld worden. Het CE-keurmerk voor speelgoed is namelijk niet geschikt voor speeltoestellen voor de openbare ruimte.
Door er nu met de stickers voor te zorgen dat het bewonersspeelgoed ook als zodanig verantwoording van de bewoners blijft, ligt bij hen de zorg. En de kinderen kunnen gewoon lekker blijven spelen in de verlengde achtertuin die openbare ruimte heet, met een bal, een skelter, een glijbaantje of een trampoline.
“Kern wat OBB betreft is dat het eigendom van het speeltoestel c.q. het speelgoed die verantwoordelijkheid veroorzaakt: “bezit bezwaard”. Speelgoed zoals glijbaantjes, trampolines enzovoort zet je neer voor je eigen kinderen, en buurtkinderen sta je toe/gedoog je. Dus gebruik door derden valt onder de verantwoordelijkheid en aansprakelijkheid van de eigenaar van het speelgoed. Zelfs zo’n groot speelgoedhuis los op het gras zal toch niet als vastgoed bestempeld worden, anders zou er ook WOZ over geheven moeten worden. Dus ouders: gewoon opruimen na het spelen, moeten mijn kinderen thuis ook.”-Johan Oost
Ga lekker spelen met je speelgoed Dit is toch wat alle gemeente zouden moeten willen: dat haar bewoners genieten van de openbare ruimte! OBB roept al bijna 20 jaar dat de hele openbare ruimte speelruimte is. Daarnaast willen steeds meer bewoners participeren in de openbare ruimte. En spelen hoort daar nadrukkelijk bij. Sterker nog (het autorijden niet meegerekend): kinderen zijn waarschijnlijk de grootste gebruikers van de openbare ruimte en ook veel burgerinitiatieven gaan over speelplekken. Daarom legt een gemeente speelplekken aan en onderhoudt ze deze. Kinderen die lekker spelen met hun eigen speelgoed horen daarbij. Het moet dus geen probleem zijn dat ouders hun plastic glijbaantje, zandbakje, trampoline en dergelijke buiten in de openbare ruimte zetten.
De gemeenten inspecteren hun eigen speeltoestellen regelmatig op veiligheid. Ook voeren ze onderhoud uit. Zodat de toestellen veilig zijn en aan de wettelijke eisen voldoen. Natuurlijk doen ze dat niet op het speelgoed en speeltoestellen van bewoners. Gemeenten moeten er wel vanuit kunnen gaan dat bewoners zelf blijven nadenken. Sowieso zullen ouders willen dat hun eigen kroost en de buurtkinderen veilig kunnen spelen. Dus bijvoorbeeld niet bij een drukke rijbaan, met oud speelgoed dat op instorten staat, of op een veel te harde ondergrond. Laat staan met de kans dat andere kinderen er op een onbedoelde wijze mee gaan spelen. Maar ook niet bij iemand voor de deur die er last van heeft, of zo geplaatst dat er ’s nachts wandelaars over kunnen vallen.
Gemeenten moeten ervan uitgaan dat mensen zelf zorg dragen (verantwoordelijk en aansprakelijk zijn) voor wat ze hun kinderen meegeven om mee te spelen, dat ze weten waar het speelgoed is, weten als er buurkinderen mee spelen en het op tijd weer binnenhalen of in eigen tuin zetten. Eigenlijk dat ze er als het ware naast staan (al dan niet letterlijk). De verantwoordelijkheid blijft dan waar die hoort, namelijk bij degene die het gevaar veroorzaakt.
En zelfbouw is ook niet zo moeilijk Regelmatig is er de vraag of bewoners zelf hun speeltoestellen (groot of klein) mogen bouwen. OBB stelt dat dit gerust mogelijk is, maar dat wel voldaan moet worden aan de wettelijke verplichtingen. En dat is meestal niet eens zo heel moeilijk. Dat betekent dat de gemeente aan bewoners uitlegt hoe het wel moet, meedenkt hoe dat kan, waar mogelijk meehelpt de plannen van haar bewoners waar te maken en desnoods een certificaatje laat aanvragen. OBB ondersteunt daarbij graag op een praktische manier.
Stappenplan stickers plakken
In het stappenplan hieronder is te zien welke sticker je kan gebruiken en welke randvoorwaarden van toepassing zijn. Deze randvoorwaarden zijn nog in ontwikkeling. Het is daarom goed om altijd van te voren met de gemeente af te stemmen over het plakken van de stickers en welke afspraken hierover worden gemaakt.
De stickers zijn te bestellen door een mail te sturen naar info@obb-ingenieurs.nl.
Meer weten over veiligheid en spelen? Kijk dan hier: https://www.obb-ingenieurs.nl/veiligheid/