Tijdens het interactief beleidsproces in Vianen gaven de ambtenaren aan dat er meer behoefte is aan experiment. Geen planmatige aanpak waarin al precies vastligt wat er met de speelplek gaat gebeuren de komende tien jaar, maar meer ruimte voor initiatieven, spontane ideeën en aansluiting op ontwikkelingen en trends. De kinderen, hun ouders, omwonenden rond een speelplek en andere wijkbewoners moeten de openbare (speel)ruimte samen delen. Rondom iedere speelplek gaat het dan ook weer anders, omdat er andere mensen wonen. Participatie is een wezenlijk onderdeel van het inrichten en soms ook onderhouden van een speelplek en van belang voor goed gebruik ervan. Betrokkenheid van bewoners stimuleren gaat gemakkelijker als er voldoende ruimte is om te experimenteren met werkvormen en de invulling van de speelruimte. In de nota voor Vianen is dus het raamwerk geformuleerd waarbinnen het experiment speelruimte plaatsvindt; geen statisch beleid maar ruimte voor betrokkenen om te zoeken naar win-winsituaties en te experimenteren.