“Ik ben opgegroeid in een klein dorp waar de hele buurt onze speelplek was. De grote haag op de hoek was ons klimrek, de vele steegjes en struiken onze verstopplekken en de dijk onze glijbaan. Het avontuur naar de ‘’grote speeltuin’’, dat 500 meter verderop lag, gingen mijn grote broer en ik vaak samen aan. De weg er naartoe was dan het meest spannende onderdeel. Het was een rustige en veilige omgeving waar wij als kinderen vrij konden spelen. Zo zie ik spelen nog steeds. Een goede speelplek is geen strak afgebakende en geïsoleerde ruimte, maar een plek waar de omgevingscontext een belangrijke rol speelt. Op zo’n plek worden kinderen uitgenodigd om eigen grenzen te ontdekken en nieuwe uitdagingen op te zoeken.”