“In de wijk waar ik als kind opgroeide was meer dan genoeg ruimte om te spelen. Samen met vriendjes heb ik eindeloos gevoetbald en gingen we op fantastische ontdekkingstochten door hoge maïsvelden, iets waar de boer niet altijd even blij mee was. Alles was speelruimte, ook plekken die daar niet voor waren bedoeld. Dat maakte het alleen maar leuker.“