> Wie krijgt er voorrang, de auto of het kind?

De hoofdgebruiker van de schoolomgeving, het kind, staat te veel te weinig centraal in afwegingen rond de inrichting van de schoolomgeving. Dat moet radicaal anders! Zo pleit OBB spelmakers + ruimtedenkers.

Half negen in de ochtend bij zomaar een basisschool. We zien veel kinderen lopend en fietsend naar school, vaak samen met hun ouders. We zien ook veel ouders in auto’s die zo dicht mogelijk bij de ingang van het schoolplein proberen te komen, hun kind daar laten uitstappen en vervolgens zo snel mogelijk doorrijden om aan te sluiten in de ochtendspits op weg naar werk. We zien pakketbezorgers die zich geen raad weten met hun grote bus in een te smalle straat met chaotische fietsbewegingen, een busje van een lokale aannemer die materialen komt afleveren voor de dakkapel van de overbuurman van de school, en we zien in de verte de stadsbus aankomen die met enige vertraging straks dit drukke knooppunt zal gaan passeren.

Wat draagt er in het bovenstaande beeld bij aan een veilige en gezonde schoolomgeving? En nog belangrijker: welk maatschappij- of mensbeeld wordt de schoolkinderen hier voorgeschoteld? Kan dit niet beter?

Er worden op dit moment in Nederland veel besluiten genomen die voor de komende decennia bepalen hoe kinderen naar school gaan en in wat voor omgeving zij een groot deel van hun week doorbrengen. OBB spelmakers + ruimtedenkers pleit voor een andere manier van denken die het schoolgaande kind niet alleen een stem geeft, maar ook als uitgangspunt neemt zodat we radicaal andere keuzes durven te maken en met elkaar kiezen voor een veilige en gezonde schoolomgeving. Van locatiekeuze voor een nieuw MFA of IKC, tot de specifieke plekkeuze van de fietsenstalling.

Een voorbeeld: Scholen worden gebundeld tot IKC’s of MFA’s. Grote clusters waar kinderen een groot deel van hun dag doorbrengen. waar komen deze grotere voorzieningen? Middenin onze buurten of aan de randen van de stad? Je zou kunnen pleiten voor de rand van de stad en we zien dat dit ook vaak gebeurt. Een IKC (integraal Kindcentrum) of MFA (multifunctioneel centrum) vraagt behoorlijk wat ruimte, zeker als je alle parkeernormen en extra infrastructuur zonder kritisch na te denken toepast. Maar is dat terecht?

Een IKC dat midden in de wijk blijft staan vraagt minder parkeerplaatsen en minder infrastructurele aanpassingen of toevoegingen. De wet van behoud van reistijd is ook hier van toepassing. Als de school dichterbij is wordt er meer gefietst en gelopen naar school. Als de school verder weg is pakken mensen vaker de auto. Een basisschool zien als een kantoorvoorziening op een bedrijventerrein zorgt ook dat de gebruikers zich zo gaan gedragen. Als we de school in de buurt houden behouden we ook het buurtkarakter en het zelfstandig lopen en fietsen naar school. Helaas wordt hier in parkeernormen en afwegingen rondom locatiekeuzes weinig tot geen rekening mee gehouden zo merken we bij meerdere praktijkvoorbeelden door het land.

De redenatie is nu vaak: er komen steeds meer mensen met de auto naar school. En dat zal alleen nog maar erger worden. Plus: een grotere school of IKC zorgt voor nog meer verkeer. Nog meer verkeer past hier niet dus we verplaatsen de school naar de rand van de stad (een soort bedrijventerreinvoorziening) en we richten daar een infrastructureel mooi plaatje in met een Kiss and Ride. Gevolg: ouders gaan door de langere afstand en de infrastcuturele inrichting van de schoolomgeving inderdaad vaker met de auto. Een selffulfilling prophecy.

Maar dat dit ook andersom kan werken is, onder andere in projecten van OBB, inmiddels ook bewezen. Dan wordt de redenatie: Hoe gaat een kind graag naar school? Wat heeft het nodig om veilig en op een leuke manier naar school te gaan en op school te verblijven? Hoe kunnen we de schoolomgeving hierop inrichten? Het antwoord is vaak dat de verkeerschaos door auto’s het grootste obstakel hiervoor is voor kinderen. Die willen we dus minder dicht bij de school hebben. En zeker als we de school uitbreiden of bundelen tot IKC en we dus meer gebruikers rondom de school krijgen. Dus: we maken het de automobilist moeilijk om dicht bij school te komen en de fietser en voetganger extra makkelijk en prettig. Gevolg: er is minder ruimte voor parkeren en autobewegingen nodig: dit biedt veel ruimte voor extra pleinruimte, fietsparkeren en brede stoepen. Daardoor komen ouders minder met de auto, en is het fijner lopen en fietsen naar school. Ook een selffulfilling prophecy dus, maar dan met een positief resultaat in plaats van een negatief.

Bovendien wordt zo de route van huis naar school en omgekeerd voor kinderen veel rijker. Er is in meerdere onderzoeken aangetoond dat het omgevingsbewustzijn en het welbevinden van kinderen vele mate hoger is als ze lopend of fietsend naar school gaan dan als ze met de auto gaan. En ook de ruimte voor spel tijdens het naar school gaan is aanwezig bij lopen of fietsen naar school, waar dat in de auto zeer beperkt is. Dit vraagt ook een goede visie op de schoolroutes. Zijn er veilige en prettige fiets- en looproutes vanuit de omliggende buurten naar school? En heeft het kind daar ook echt voorrang en prioriteit in de inrichtingsprincipes op die route? Durven we daarvoor straten autoluw of vrij te maken, of auto’s langer te laten wachten voor een zebra of rood stoplicht? (o nee; de verkeersdoorstroming komt in gevaar!). Haken we die routes aan op het bredere netwerk voor Bewegen Ontmoeten Spelen en Sporten? Als we dat doen wordt de schoolroute een prettig onderdeel van een gezond en vitaal beweegnetwerk in onze steden.

Er ligt een enorme kans en daarmee een grote verantwoordelijkheid om de omgevingen waar we onze kinderen laten opgroeien zo in te richten dat deze positief bijdragen aan het welzijn en de brede gezondheid van onze kinderen.

Een van de voorbeelden die laten zien dat het anders kan is de schoolomgeving van de Bloeiende Perelaar in Zuidoost-Beemster, gemeente Purmerend. (bekijk het project hier: https://www.obb-ingenieurs.nl/projecten/advies-en-ontwerp-verkeerssituatie-schoolomgeving-zuidoostbeemster/)

De MFA daar groeide en groeide, wat veel haal- en brengverkeer met zich meebracht in een buurt die daar ruimtelijk en sociaal niet op berekend was. De kiss and ride die er lag was te klein en de vraag die aan OBB werd gesteld was om te adviseren in een betere kiss and ride, en een verplaatsing van parkeervakken zodat het halen en brengen efficienter kon worden geregeld. Een duidelijke focus dus op de automobilist die snel kinderen moet kunnen afzetten en vooral niet moet worden gehinderd door lopende en fietsende kinderen. Tegelijk zat de school met een zeer beperkte pleinruimte in de maag, waar de kinderen minder vierkante meter per kilo hadden dan een gemiddelde plofkip. Hoe dit op te lossen?

In een intensief proces met gemeente, gebruikers en omwonenden is gewerkt met enkele ruimtelijke scenario’s. Hierin is continu de vraag gesteld wat elk scenario betekende voor het schoolgaande kind maar ook voor de omwonende, ouders en overige gebruikers. Hierin stond het kind altijd voorop. Dit heeft geresulteerd in een scenario waarin uiteindelijk geen kiss and ride is opgenomen, bijna een halvering van het aantal parkeerplekken voor de school, en een duidelijke verruiming van het aantal vierkante meters schoolplein. Dus niet wat in eerste instantie de opgave was, maar wel wat de oplossing voor het probleem was. Dit kon onder andere worden bereikt doordat personeel van de school hun auto standaard verder van de school parkeert, er dubbelgebruik is in parkeerplaatsen van omwonenden en gebruikers van het MFA, en ‘simpelweg’ door de selffullfilling prophecy de goede kant op te laten vallen; door een inrichting die uitnodigt tot lopen en fietsen komen er aantoonbaar minder ouders met de auto, en wordt het dus écht prettiger om te lopen en te fietsen.

Bovendien is de schoolomgeving buiten haal- en brengtijden een prettigere en gezondere omgeving voor het schoolgaande kind, is de schoolroutes voor veel kinderen enorm verrijkt en is het woongenot er in het algemeen niet op achteruitgegaan voor omwonenden terwijl de MFA wel duidelijk geïntensiveerd is.

Dit vraagt wel een nauwkeurig ontwerpproces, en duidelijke gebruiksafspraken tussen school, ouders en overige gebruikers.


Voorbeeld uitgangspunten kindvriendelijke schoolomgeving:

Focus eerst op lopen, dan fietsen, dan auto

  • Je mag nooit dichter bij de ingang komen met de auto dan met de fiets
  • Je moet binnen 2km sneller op school kunnen zijn met de fiets dan met de auto
  • Binnen 100 meter hebben fietsers altijd voorrang op auto’s
  • Overdimensioneer de hoeveelheid fietsparkeerplekken en onderdimensioneer de hoeveelheid autoparkeerplaatsen

De schoolroute is voor lopers en fietsers een prettige BOSSruimte

  • De route is verweven met het gemeentelijke BOSSnetwerk (*Bewegen Ontmoeten Spelen en Sporten)
  • Vanuit alle richtingen is de school veilig en prettig te bereiken met geprioriteerde wandel- en fietsverbindingen

School, plein en omgeving is 1

  • De gebruiksruimte in de school, de pleinruimte om de school en de aangrenzende park/plein/groeninrichtingen worden als 1 geheel benaderd en programmatisch ontworpen.
  • Aangrenzende of nabije parken zijn sterk verbonden met schoolplein en worden tijdens schooltijd gebruikt door de school
  • Het schoolplein is na schooltijden altijd openbaar toegankelijk voor spelen en ontmoeten voor de buurt

Maak afspraken

  • Maak afspraken over haal en brenggedrag met ouders en leerkrachten
  • Verspreid haal en brengtijden om pieken te verminderen
  • Laat kinderen regels opstellen voor alle gebruikers en laat hen ook actief handhaven

Contact

OBB spelmakers + ruimtedenkers
Teugseweg 5, 7418 AM Deventer

+31 (0)570 616005          I  info@obb-ingenieurs.nl

© ErwinEverts.nl 2024 -- OBB-main 1.1.1 Inloggen